Skip to main content

Thomas GEYSKENS

Tomas Geyskens

20250425TomasGEYSKENS

 

Het kritieke karakter van het Ik

Over Leopold Szondi’s Ich-Analyse

Tomas Geyskens

Bij Szondi speelt de psychopathologie een cruciale en centrale rol in zijn antropologie. De verschillende vormen van psychopathologie tonen op een uitvergrote en verabsoluteerde manier de structurele bestanddelen van het menselijke driftleven. In navolging van Freuds pathoanalyse van de menselijke seksualiteit vanuit de analyse van de verschillende perversies, ontwikkelt Szondi een pathoanalyse van het Ik vanuit de verschillende Ik-stoornissen die de psychiatrie onder de noemer ‘schizofrenie’ plaatst. Zo wordt ook het zogenaamd normale Ik een samenspel van schizofrene driftfactoren, en omgekeerd wordt de schizofrenie iets wat niet meer ‘zo ver van mij en van alles wat menselijk is’ verwijderd is, maar integendeel een typisch menselijk en zelfs een algemeen-menselijk probleem.

            Door op het einde van zijn Ich-Analyse een centrale plaats toe te kennen aan de drang tot participatie als een oerdrift die het hele zielenleven voortdurend onder hoogspanning zet, benadrukt Szondi het kritieke karakter van het menselijk bestaan. Rest ons dan volgens Szondi uiteindelijk slechts een eindeloos schipperen tussen crisis en waan?

 

Le caractère critique du Je

À propos de l’Ich-analyse de Leopold Szondi

Tomas Geyskens

Chez Szondi, la psychopathologie joue un rôle essentiel dans son anthropologie. Les différentes formes de psychopathologie montrent de manière grossie et absolue les composantes structurelles de la vie pulsionnelle de l'humain. À la suite de la pathoanalyse de la sexualité humaine de Freud, basée sur l'analyse des différentes perversions, Szondi développe une pathoanalyse du Moi, partant des différents troubles du Moi que la psychiatrie range sous le dénominateur « schizophrénie ». Ainsi, le Moi dit normal devient également un ensemble de facteurs pulsionnels schizophrènes et, à l'inverse, la schizophrénie devient quelque chose qui n'est pas « si éloigné de moi et de tout ce qui est humain », mais au contraire un problème typiquement et globalement humain

À la fin de son "Analyse du Moi", en attribuant une place centrale à la pulsion de participation en tant que pulsion originaire qui met toute la ‘vie d’âme’ sans cesse sous tension, Szondi souligne le caractère critique de l’existence humaine. Selon Szondi, ne nous reste-t-il dès lors plus qu’à louvoyer sans fin entre crise et délire?